
Blues Peer blaast 40 kaarsjes uit. In een mensenleven betekent dat doorgaans een knoert van een midlife crisis. Geldt dat ook voor Peer? Een beetje. De doorstart vier jaar geleden, onder meer dankzij crowd funding, zorgde voor een hernieuwde schwung, organisatie, management en programmatie. Line-ups die een combinatie zijn tussen wat het traditionele bluespubliek wil en groepen die ook een jonger en familialer publiek aanspreken. Altijd en overal geslaagd? Neen, maar ik zou ook niet kunnen zeggen hoe het anders en beter te doen, dus chapeau voor deze organisatie. Een prachtig terrein, een gebalanceerde line-up, oeverloos bereidwillige vrijwilligers en de juiste vibe. Als je even door het publiek wandelt, valt op hoeveel groepjes gewoon staan te lachen, het leven en de vriendschap te vieren. 40 years of Kings and Legends? Het zal wel zijn!
Een sprokkel uit enkele opvallende optredens van zaterdag en zondag.
Doghouse Sam & His Magnatones
Als het niet goed zou komen met die energietransitie in de wereld, gewoon even Doghouse Sam op het net aanschakelen. Die zijn goed voor een kerncentrale of twee. Wat een energiebom zo vroeg op de middag. Of het nu met lepeltjes is, staande op een contrabas of gewoon puur straight rhythm-and-blues, het feestje stopt nooit.
Steven De bruyn
Een nieuwigheid dit jaar waren de intieme, akoestische sets in de Deusterkapel, een prachtlocatie die daar al die jaren zomaar lag te wachten op intieme blues en 40 (of eigenlijk 80) luisterende oren. Wellicht heeft deze kapel de afgelopen jaren nog ettelijke nachtelijke intieme en wellicht stomende sets gekend, maar als podium op Blues Peer was het (wellicht) een primeur. De aftrap was voor Steven De bruyn. Kind van de regio, maar met zijn virtuositeit op mondharmonica ondertussen een gevestigde waarde in Europese middens. Say harmonica, say Stevo.
Fascinerend hoe hij met klanklagen van diverse harmonica’s, aangevuld met een occasionele neusfluit en een soort kapotte bougies die vogelgeluiden produceren, een filmische wereld van bezwerende en mystieke klanken opbouwt. Achter mij hoorde ik iemand bij aanvang van het optreden tegen zijn kompaan zeggen ‘Ha, Steven is een goede harmonica-speler, maar zelf ben ik ook wel goed’. Toen ze een half uur later buiten gingen, voegde hij er eerlijkheidshalve (en in sappig West-Vlaams) aan toe dat hij ‘Nog beetje moet oefenen’. In deze kapel bewees Steven nogmaals dat hij de Hogepriester van de Harmonica is, de Kardinaal der Klanken.
Delta Generators
Hun muziek stoomt zoals je van een swampy delta mag verwachten, met gevaarlijke riffs, voodoo-achtige bezwerende baslijnen, pompende drums en uitnodigende dansmoves. Hun generator moet wel opgeladen zijn in Mississippi of Louisiana. Alleen komen deze heren uit Boston, geen idee welke delta ze daar hebben.
North Mississippi Allstars
Toch een ronkende naam, met een Dickinson of twee op het podium. Het Black Crows verleden is herkenbaar in hun aanpak: bluesrock is een snarenfeestje met zes snaren van Luther’s gitaar, vier van de bas en nog wat snaardrum er bovenop. Lange solo’s, een elektrisch wasbord en alles om een nog hogere noot en meer snerpende fret uit die gitaar te halen. Je vindt het geweldig of je vindt het niets, maar het gitaarminnend publiek van Peer zit duidelijk in die eerste groep. Als Samantha Fish even mee komt spelen als je gastmuzikant, dan heb je iets te vertellen natuurlijk, meer bepaald een muzikaal en redelijk indrukwekkend oorstrelend verhaal.
Roland-Mauro-Steven
Zo stonden ze ten minste aangekondigd, maar dat doet oneer aan de andere muzikanten op dat podium. Met negen waren ze, waarvan de minst getalenteerde in een eerlijke wereld op zijn eentje een half sportpaleis zou kunnen vullen. Wat een supergroep had Roland weer rond zich verzameld. Roland speelt geen blues, hij IS blues, met zijn vijf-watt versterkertje terwijl alle anderen op de affiche maar luider, groter en krachtiger gaan. Uit zijn poriën stromen gelijke porties blues, muzikale genialiteit en nog wat andere ondefinieerbare substanties uit zes of ondertussen zeven decennia life on the road. Talent is werkelijk ongelijk verdeeld in onze samenleving, het stond daar zomaar pardoes op één podium in Peer. Jammer genoeg was het alsof de muzikanten zelf de rode draad van het optreden niet vonden na een nochtans strakke start. Het leidde tot een optreden dat zeker tussen de vele geniale solo’s door chaotischer was dan het brein van sommige presidenten en onsamenhangender dan het gewauwel van een dronken puber op speed (die toevallig voor ons stond) . Maar toch kwam het altijd goed omdat talent, kunde en goesting altijd zorgen voor een geweldige sound.
Equal idiots
Wie dacht dat enkel sappige aardbeien uit Hoogstraten komen, heeft deze twee kemphanen nog niet op een podium bezig gezien. Vergeet Phil Spector en zijn wall of sound, de echte wall of sound komt van Equal Idiots. ‘Onze muziek is niet echt blues’, zei zanger Thibault nog. Correct. Maar als je dikbuikige bluesfanaten, die doorgaans het leven aanschouwen, geleund tegen een gitaarversterker of Harley en met een pintje in de hand, een mosh pit kan laten creëren, ben je op elk podium welkom. Equal Idiots speelt alsof hun gezondheid ervan af hangt, het moet voor hen in elk geval goedkoper zijn dan therapie. En er waren er op het plein duidelijk nog die deze therapie nodig hadden. Was me dat een feestje.
Solomon Hicks (zondag)
De toekomst van de blues wordt hij genoemd, maar dat is voorbijgestreefd want hij staat er helemaal. Gitaar, bas, drums. Meer moet dat niet zijn om te tonen hoe blues voelt, hoe het voor hem een spirituele belevenis is die hij bijzonder charismatisch, authentiek en virtuoos overdraagt op zijn publiek. Hij voegde ‘King’ toe aan zijn naam, niet uit arrogantie, maar als eerbetoon aan de drie grote Kings (BB, Freddy & Albert). Jammer van de harmonicaspeler die enkele nummers kwam opluisteren. Zijn moment-de-gloire, ongetwijfeld, maar er gaapte een te grote kloof met grootmeester Solomon Hicks in blues-kunde en blues-feeling, waardoor die nummers eigenlijk minder dan meer tot hun recht kwamen.
Ana Popovich
Toen we Ana Popovich meer dan 20 jaar geleden een eerste keer op het podium zagen, en dan in 2014 nog eens op Blues Peer, behoorden we aanvankelijk ook tot de sceptici die het weliswaar mooi maar niet goed genoeg vonden. Ondertussen kunnen we enkel deemoedig het hoofd buigen voor onze onwetendheid toen en haar kunde nu. Met sax, piano, trompet en tomeloos veel energie werd haar optreden een feest van shuffles, funky blues en gewoon onversneden rock’n’roll. Ze leek wat last te hebben van haar broekpak, maar dat vond een deel van het mannelijk én vrouwelijk publiek duidelijk geen ontwaarding van dit spektakel.
Levellers
Zo’n beetje links-anarchistische folkrock op Peer in plaats van Dranouter, zou dat er in gaan bij een bluespubliek? Als zoete koek, luidt het antwoord. Wat een energieke bende jonge ouderen of oudere jongeren, zijn die Brighton boys. Van didgeridoo over viool tot harde gitaren, ze smijten alles in een kookpot en stoven daar een hutsepot van meezingers en opzwepende muziek van. Zelden meegemaakt op Peer, dat ietwat doorzakkende en in ruim denim gestoken bierbuiken, waarbij de cholesterol en de alcoholintoxicatie strijden om het hoogste cijfer, flux de beentjes laten zwaaien en draaien. Als je de jaren negentig niet opgesloten zat in een of ander kluizenaarsbestaan, valt het ook op hoeveel nummers je kan meezingen, of je nu wil of niet. Het grappigste moment van Blues Peer was ook voor hen. The Levellers willen iedereen oproepen tot kritisch zijn, tot jezelf zijn, tot de heersende klasse niet zomaar volgen. En dus zingt iedereen luidkeels mee: ‘There’s only one way of life, and that’s your own, your own, your own’. En dat deden we, allemaal samen en op bevel …
Pokey Lafarge
Neem nu je pet af, sta eerbiedig recht en kniel voor wat je enkel als het hoogtepunt van deze Blues Peer kan bestempelen. Wat-een-muzikant! En wat een geweldige band heeft hij rond zich verzameld. Als je leadgitarist een trompetwonder blijkt te zijn, als je vrouwelijke ritmesectie behalve strakke en complexe ritmes genereren ook zoetgevooisd kan bijdragen aan meerlagige zangharmonieën, en als je pianist-organist een genie met wellicht (ik kon het niet goed zien) drie handen en zesentwintig vingers is, dan kan je het Mississippi podium van Peer terecht afsluiten. Pokey zelf leerde spelen als straatmuzikant, heeft alle muzikale watertjes doorzwommen die er maar te zwemmen zijn en schrijft wellicht daarom geweldige songs als ‘Something in the Water’, dat hij zijn publiek minutenlang kan laten meezingen. Zijn show is een muzikaal spektakel van old time music, swing, ragtime blues en noten die hoofd, hart en ziel verwarmen. Beste Peer-organisatie, geef die groep een vaste plek op de affiche en we komen ook de volgende 40 jaar naar deze legends kijken. De kans dat Pokey ook Frontview Magazine leest, lijkt me klein, maar Mister Pokey, you gave us a really good time!
Los Lobos
Het is vast niet gemakkelijk om Los Lobos te zijn. Enfin, enerzijds wel natuurlijk, want begiftigd zijn met meer dan buitengewoon talent, leven van en voor je muziek en je muzikale boodschap kunnen uitdragen over heel de wereld, is een droom voor velen en slechts weinigen gegeven. Maar bij aanvang van elk concert zijn er al een paar concertgangers die om de Bamba beginnen schreeuwen, hun eigen gebrek aan IQ verwarrend met het algemeen belang. Spijtig, maar gelukkig tonen de Wolven dat ze niet ‘just another band from East-LA’ zijn. Bij hun vorige passages op de Heilige Bluesweide in Peer speelden ze wat strakker, haalden ze beter de hoge noten en was het klanktechnisch iets beter omkaderd, maar als je een feestje wil van blues, folkrock, tex-mex, cumbia, norteno en wellicht nog zeventien andere stijlen, dan is er slechts één band-adres. Los Lobos was al tien jaar op tour toen Blues Peer ontstond, dan mag je terecht een mooie editie van Blues Peer afsluiten. Drie kussen van ons voor de organisatie en laat de volgende editie maar komen! (PS: voor wie het wil weten, het bisnummer van Los Lobos is nog altijd La Bamba)