Exact één jaar geleden stond de wereld in rep en roer door de dood van Cecil, de bekendste leeuw van Afrika. Een Amerikaanse tandarts betaalde bijna 50.000 euro om het dier met pijl en boog te schieten en te villen. Door de storm van protest die volgde, moest de man onderduiken. Telefacts Zomer onderzoekt een jaar na de feiten de industrie achter het jachttoerisme.

Ondanks de wereldwijde verontwaardiging en de schandalen die het jagen veroorzaken, blijven elk jaar 10.000 Westerse toeristen naar Zuid-Afrika trekken om wilde dieren te schieten. Zo’n 70% van de dieren leeft er op privéterreinen, die toebehoren aan boeren die ze speciaal voor de jacht kweken. Voor 15.000 euro kan je een leeuw schieten. Wie genoeg betaalt, kan zelfs de grootte en de kleur van zijn prooi kiezen. Kweker Jacques Malan: “Een gewone impala kost zo'n 350 euro. Maar een zwarte impala kan tot enorme bedragen gaan, die kost tussen de 210.000 en 420.000 euro.”

Thuis stallen de jagers hun prooi uit als trofee. Want ook het opzetten van wilde dieren is big business in Zuid-Afrika. Wie een opgezet exotisch dier wil, moet diep in de buidel tasten: van 4.000 euro voor een leeuw tot 70.000 euro voor een olifant.

De klanten zijn vaak rijke Amerikanen die hun safari boeken op de grootste jachtbeurs ter wereld, in Dallas. Die trekt elk jaar 400.000 bezoekers aan. Sommigen hebben zelfs tot 300.000 euro over voor een uitgewerkte safari.

Jachttoerisme, donderdag om 22.00 in Telefacts Zomer

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht:

Meer over